HÉT INDISCH MAANDBLAD
69e JAARGANG
• NR. 10 • APRIL 2025 • € 6,75
Self-made
writers
over hun
familieverhaal
Ernst Jansz
en het liefdeslied
van zijn ouders
Wie schrijft,
die blijft.- VO O R WO O R D -
Verrijking
‘Zijn er wel boeken geschreven over
de geschiedenis van Nederlands-Indië?’ De vraag blijft me verbazen,
maar toch wordt hij me nog regelmatig gesteld.
Ik kan u vertellen dat ik nog altijd titels tegenkom die
wij niet in onze winkel blijken te hebben. En dan heb ik
het nu eigenlijk alleen over die boeken die zijn uitgegeven door de ‘grotere’ uitgeverijen.
Want als we ook nog naar die titels kijken die in eigen
beheer zijn uitgegeven, dan is het aanbod eindeloos.
En daarom verbaast zo’n vraag, of er wel boeken
over de geschiedenis van Nederlands-Indië zijn
geschreven, me ook. Want hoe kan je al die boeken
gemist hebben?
De literaire werken van Ernst Jansz, Adriaan van Dis,
Marion Bloem, Alfred Birney of Dido Michielsen.
Of de naslagwerken van Leo Dalhuisen, David Van
Reybrouck of J.A.A. van Doorn. Of de talloze kookboeken die ook een geschiedkundige component hebben,
zoals de boeken van Marc Tierolf, Maureen Tan of
Georgine Kwa. Nooit van gehoord?
‘Hoe dan?’ zouden mijn kinderen zeggen.
Een gemis, zou ik zeggen. Want de Indische literatuur
is een verrijking van de Nederlandse.
Want de Indische blik die in de boeken naar voren
komt, voegt een verdieping toe aan de Nederlandse
literatuur, die er anders niet zou zijn. Een unieke kijk op
de geschiedenis, op het leven vanuit die gemengde
culturele achtergrond. Met bijzondere verhalen en ook
taalgebruik - denk aan het petjoh.
Voor ons bij Moesson in ieder geval redenen genoeg
om in een jaarlijks terugkerende boekenspecial
stil te staan bij al die werken die zijn verschenen,
of dit jaar nog zullen verschijnen.
Foto: Ashley de Groot
N
iet in de laatste plaats omdat ik ook een Indische boekhandel heb die gespecialiseerd is in
boeken over Nederlands-Indië, de Molukken,
Peranakan Chinezen, Papoea’s en al het andere dat raakvlakken heeft met de voormalige
kolonie. Mensen geloven vaak niet dat er genoeg over
geschreven is om een boekhandel te vullen.
Betekent het misschien dat de Indische literatuur nog
altijd onvoldoende wordt gezien door de mainstream
media? Dat geldt volgens mij niet voor de meeste
van bovenstaande schrijvers of boeken, zij hebben
de grote dagbladen wel gehaald of prijzen gewonnen.
Of is het dan toch dat het grote publiek onvoldoende
geïnteresseerd is in het Indische deel van de Nederlandse geschiedenis, en zich daarom van de boeken
niet bewust is?
3Inhoud
INTERVIEW
10
16
26
44
Ernst Jansz
Over de liefde, de roem en het ouder
worden.
Bloed, zweet en schrijven
Vijf schrijvers over hun Indische familieverhaal.
‘Echt gebeurd is niet genoeg’
Ingrid Hoogervorst over Topologie
van het naaimandje.
Een levenlang abonnee
Friedeke Verkleij- Veenman.
BOEKOE
22
32
34
Over boeken en rijk zijn
Lilian Ducelle over het wel en wee
in een boekhandel.
40
54
Blikvangers uit de bibliotheek
Thom Hoffman over Tjandi Prambanan
op Midden-Java, na de ontgraving.
‘Vrijheid, gelijkheid, zusterschap’
Voorpublicatie uit De mooiste brieven
van Kartini.
COLUMNS
15
24
31
43
Alide Wormser: Bezielde boeken.
Frans Leidelmeijer:
Indonesia and the Amsterdam School.
Jessica Anthonio: Cover up.
Esmay Usmany: Patronen.
REPORTAGE
40
4
Zelfbewust Moluks
Het fotoboek Molukse jongeren
van Thomas Sohialait.
10HISTORISCH
46
50
De boekentrein van meneer Bas
Herinneringen van zijn dochter Willy.
Termorshuiziana
Het liber amicorum voor
Gerard Termorshuizen.
SERIE
52
Belanda tussen de Indo’s
In de ban van het verloren paradijs.
MAKAN
54
56
46
56
6
8
9
30
39
60
61
62
64
65
66
67
Julia’s studententoko: Nasi goreng.
Kokki Bitja
Over het oudste Indische kookboek.
.
IEDERE MAAND
Nieuwtjes
Indopuzzel
Oleh Oleh
Abonneepagina
Ingelijst: Jan Mulder over
zijn moeder Emelie Gill.
Belanja in de Moessonshop
Nieuws uit de winkel
Anak Moesson: met Aliya, De grote
kakwedstrijd en een weetje.
Gezien: Ik vier het klein.
Beleven
Ting Ting
Colofon
Cover: Ernst Jansz door Jessica Anthonio.
510- I N T ERV I E W -
Doe Ernst de liefde maar
Zijn zesde boek Een liefdeslied is een ode aan de liefde van de ouders
van Ernst Jansz (76). Door meer dan tweehonderd brieven die zijn ouders
naar elkaar hebben geschreven, ontstond er een intieme documentaire roman.
We gaan in gesprek over de liefde, de roem en het ouder worden.
Tekst en fotografie: Jessica Anthonio
Je schrijft in het boek dat dit
je laatste boek is.
‘Ja, ik dacht ook echt dat dit mijn laatste
boek zou worden. Het was het laatste verhaal dat ik wilde schrijven. Ik had wel over
mijn ouders geschreven in andere boeken,
maar ik vond het jammer dat het verhaal zo
versnipperd was. Er ontstond een behoefte om het verhaal nog een keer goed te
vertellen. Maar de laatste tijd denk ik er weleens over om ook een keer een echte roman
te schrijven over iets dat ik verzin.
In De Neerkant is er wel een verhaal dat ik
deels verzonnen heb: De witte kamer.
Een verhaal dat ik in 1987 heb geschreven.
Ik beeldde me toen in dat ik een man van
75 jaar was, in een inrichting zat en daar
mijn memoires schreef.
Dat heb ik deels verzonnen, maar ook niet
helemaal, want het waren gedeeltelijk mijn
echte memoires. Maar nu ben ik zover dat
ik die leeftijd van 75 bereikt heb en ik dacht:
Dat was best een mooi verhaal dat ik toen
geschreven had. Misschien kan ik het nu wel.
Ik vind het fantastisch hoe Reggie Baay
bijvoorbeeld een historische roman kan
schrijven. Ik ben echt fan van de manier
waarop hij naar dingen kijkt. Geniaal hoe
hij de njai als ons aller voormoeder schetste. Dat gaf een hele mooie gezamenlijke
band tussen Indo’s en Indonesiërs.
Als iedereen dat zou beseffen, zouden we
ons op een heel basale manier verbonden
kunnen voelen met elkaar. Ik heb bewondering voor hoe hij de dingen bedenkt en in
romanvorm kan gieten.
Ik zou me willen concentreren op het schrijven van zo’n roman. Ik twijfel nu dus of Een
liefdeslied wel echt mijn laatste boek is.’
1122- B O EKO E -
Over boeken en rijk zijn
Soms kom je een stuk tegen in ons archief, dat, hoe lang geleden ook geschreven,
nog altijd actueel is. Zo ook dit stuk van oud-hoofdredacteur Lilian Ducelle die,
toen Moesson nog Tong Tong heette, de boekhandel runde. Ze zou het vandaag de dag
in boekhandel Moesson geschreven kunnen hebben.
Lilian bij Tong Tong, jaren zeventig.
Door Lilian Ducelle
Op een dag kwam een kennis/zakenrelatie
bij Tong Tong. Hij liep geïnteresseerd langs
de boekenplanken en bekeek wat erop stond
nauwkeurig. ‘Jullie hebben aardig wat’, zei hij
goedkeurend. ‘Een mooie collectie, maar helaas zullen jullie daar niet rijk van worden!’
‘Hoezo?’, vroeg ik nieuwsgierig. ‘Natuurlijk
worden we door onze boekhandel nooit rijk,
we zijn immers maar een boekhandel-tje, dat
met geen enkele zaak te vergelijken is?’
‘Dat is het niet’, zei de man ‘een gewone kiosk
kan rijk worden! Het zit ‘m in de boeken die jullie hebben, het sóórt. Ouderwets, geen seks.
Een beetje meer pornografie of seksuele
voorlichting, hoe je het ook noemen wilt, dát
verkoopt, daar zit geld in!’
Dat wist ik allang natuurlijk, maar het is toch
altijd weer een shock om de waarheid onder je
eigen neus gewreven te krijgen. En mijn ogen
gleden over ‘onze’ boeken, die boeken die we
met zoveel moeite uit de gigantische hoop
lectuur die tegenwoordig op de markt wordt
gesmeten, hebben uitgezocht.
Och, we hebben zo schrikbarend weinig eigenlijk, als je even denkt aan de drie kilometer
boekenplank van de laatste tentoonstelling
op de RAI in Amsterdam. We hebben geen
Cremer, Wolkers, van het Reve, Remco Campert, van Vugt, zelfs geen Annie M.G. Niets
van alle moderne literatuur, poëzie en proza
van honderden schrijfsters en schrijvers die
aan de lopende band boeken produceren die
over een jaar alweer vergeten zijn. Omdat ze
niets opzienbarends vertellen over deze zieke
wereld. Alleen op een opzienbarende manier
getuigenis geven van hun eigen ziekte.
Ook Margaretha Ferguson en Aya Zikken zie je
al een poosje niet meer op onze boekenplanken. Al vreemd geworden.
Toch kijk ik met een soort van moederlijke
trots naar onze boekenrijen. Prachtige platenboeken over Indonesië, planten, dieren,
bijzondere culturen. Naar het sprookjesboek
van Bali, naar Hein Buitenweg en Rob Nieuwenhuys, naar Anak Kompenie en Het meisje
uit Indië. Naar de detectives van van Gulik en
Agatha Christie, naar de vertellingen uit Azië.
Naar de collectie goede kookboeken (niet alle
kookboeken zijn goed, we hebben toch een
goede smaak, we weten toch wat goed eten
is?) naar de nieuwe dure aanwinsten zoals het
Groot operaboek van Leo Riemens, Het Verlaat
rapport Indië, de memoires van GouverneurGeneraal de Jonge, het prachtige nieuwe
Chinese kookboek. Zoveel voor ons, zo weinig
als je het vergelijkt met wat er te koop is.
Maar boeken zijn duur, moet je als boekenverkoper niet een beetje verantwoordelijkheid
hebben ten opzichte van je klanten? Je mag
naar eigen eer en geweten toch niet alles
verkopen? Oh ja, ik weet het wel, we zijn niet
‘bij’, bij lange na niet. We zijn kieskeurig en
gauw gekwetst. Ouderwets en trots, en we
willen niet beledigd worden door de eerste de
beste die een uitgever zo gek gekregen heeft
zijn manuscript te drukken. We laten ons niet
beïnvloeden door de dagelijkse ophemelarijen
in krant en tv. We zijn voorzichtig, want we
zijn doodgewoon bang voor de dingen die
‘niet pantes’, koerang adjar (onbeschoft, red.)
zijn. Bovendien gaat het allemaal voorbij en
waarom zouden we geld uitgeven voor iets
wat over korte tijd vergeten is?
‘Boeken zijn je beste vrienden, ze staan altijd
klaar als je ze nodig hebt’, zei mijn vader
altijd. Dat zei hij in een tijd dat boeken alleen
geschreven werden uit overtuiging of uit
verlangen een medemens deelgenoot te willen
maken van iets bijzonders. Niet om frustratie,
onrust kwijt te willen zijn.
Nee, door de boeken zal Tong Tong niet rijk
worden. Dat is nooit een bedoeling of zelfs
maar een verwachting geweest.
Het is altijd wel de bedoeling geweest dat u
zich met een van onze boeken, duur of goedkoop, rijk zult kunnen voelen. Nog heel lang.
Uit Tong Tong, 15 januari 1969
23- B O EKO E -
’Vrijheid, gelijkheid,
zusterschap’
Deze maand verschijnt De mooiste brieven
van Kartini geselecteerd en bezorgd door
Lara Nuberg en Feba Sukmana.
Raden Adjeng Kartini (1879-1904) streed
voor gelijke vrouwenrechten en schreef
daarover in het Nederlands. Wie was zij?
Een introductie.
Door Lara Nuberg en Feba Sukmana
34