HÉT INDISCH MAANDBLAD
68e JAARGANG
• NR. 3 • SEPTEMBER 2023 • € 6,60
Doorgeven
en achterlaten
Teroes2- VO O R WO O R D -
Minder dan een zak kroepoek
Wij zijn alweer bezig aan onze 68e jaargang.
En wie denkt dat het al die jaren makkelijk is geweest voor een tijdschrift als
Tong Tong en, sinds 1978, Moesson om te bestaan, die heeft het mis.
A
Als u abonnee bent, kunt u abonnee blijven en uw
abonnement op tijd betalen. Geeft u uw Moesson
door aan familie of vrienden? Moedig hen aan om
abonnee te worden, of geef een abonnement cadeau.
Dan ontvangen niet alleen zij een mooie korting of een
cadeau, maar ook u krijgt dat voor de
komende abonnementsperiode. En bent u op zoek
naar een mooi Indisch boek? Koop het bij ons in de
winkel, of in onze webshop, of straks op de Tong Tong
Fair bij onze stand. U zou ons er echt mee helpen.
Subsidies zijn er nooit geweest voor het blad.
Ja, enkele jaren geleden heeft de Stichting Moesson
(nu de Stichting erfgoed Tjalie Robinson) een mooi bedrag van Het Gebaar ontvangen. Daarvan zijn 50 jaargangen van Tong Tong en Moesson gedigitaliseerd en
daardoor bestaat nu dat mooie, gratis doorzoekbare
digitale archief. Een archief dat wij recent, zonder aanvullende subsidies, hebben geactualiseerd en in stand
houden. En dat kost ons enkele duizenden euro’s per
jaar. Waarom wij dit doen? Omdat ons tijdschrift een
getuige is van onze geschiedenis en wij vinden
dat dit unieke erfgoed voor iedereen die geïnteresseerd is toegankelijk zou moeten zijn. Voor iedereen
die op zoek is naar herinneringen, voor iedereen die
zoekt naar zijn geschiedenis.
Oud-medewerker Rinus Schoen zei vroeger:
een abonnement op Moesson kost minder dan een zak
kroepoek per week. En dat is ook nu nog zo.
Onze strijdkreet ‘poekoel teroes!’ past nog steeds
bij ons, helpt u mee?
Foto: Ashley de Groot
ltijd was er die afgelopen jaren wel een oproep
van Tjalie, Lilian, Ralph of Marjolein om het
tijdschrift te blijven steunen door middel van
een abonnement of een donatie aan de poekoel teroes pot; het financiële reservepotje
voor moeilijke dagen. Trouwe abonnees
storten er nog steeds regelmatig wat in - zo krijgen we
bijvoorbeeld van een abonnee al jaren iedere maand
€5,- gestort. Dat lijkt een klein bedrag, maar het is
zo’n groot gebaar.
Maar Moesson heeft nooit subsidies ontvangen om
iedere maand het blad te maken. Daar zijn we altijd te
trots voor geweest. Zoals Marjolein van Asdonck eens
schreef in haar voorwoord: ‘We wilden nooit tjengeng,
huilerig of slap zijn. En dat is nog steeds zo!’ En dankzij
onze trouwe abonnees hebben wij het altijd gered,
door allerlei economische crises heen, in tijden dat
tijdschriften het moeilijk hebben. Maar eerlijk is eerlijk:
ook wij hebben het moeilijk.
Wat kunt u doen om Moesson te steunen?
3Inhoud
REPORTAGE
10
56
Schatbewaarders met verhalen
Die ene kist die verhalen voortbrengt
Indische stemmen
Boeklancering Robin Block brengt Indisch
Nederland bij elkaar
PORTRET
38
Ik laat los en neem mee
Lara, Kirsten en Michael over wat zij
doorgeven en wat zij achterlaten
IN MEMORIAM
37
32
Leonard Retel Helmrich
INTERVIEW
16
26
32
42
47
Meer blauw op staat
David Tapirima over het Indisch Moluks
Politienetwerk
Planet Rufio
Vlogger Jerry Nettekoven leert
bahasa Indonesia
Pediscussie in het Indo Café
Een plek om in gesprek te gaan over
het Indisch verleden
De voorhoede
De INOG laat al vanaf 1989 van zich
spreken
Kopi tubruk met Gaston Brouwer
50
4MAKAN
50
Het kookboekje van mijn oma
De schat van oma Agnes
COLUMNS
22
24
45
49
55
Gina Pesulima :
Meer in touch met mijn Molukse roots
Frans Leidelmeijer: Een Javaanse jongen
Jessica Anthonio: Een traumagedachte
Amber Nefkens: Opruimen
Patricia Jacob: Tahu bakso
IEDERE MAAND
6
8
9
58
16
59
63
64
66
67
63
Nieuwtjes
Indopuzzel
Oleh Oleh
Insta Indo
Anak Moesson:
Met Morris, Novan, een sprookje en
nog veel meer
Gezien:
Keturunan
Beleven
Ting Ting
Colofon
Coverfoto: Gina Pesulima en haar
anak anak Mex en Che gefotografeerd
door Omid van der Linden.
5- R EP O R TAG E -
Schatbewaarders
met verhalen
Op een dag ging de telefoon.
Of we interesse hadden in een kist. Hoe een scheepskist inspiratiebron werd
voor niet alleen een artikel maar voor een hele editie. En hoe vasthoudendheid
en het nodige engelengeduld daarbij een rol speelden.
Door Ricci Scheldwacht / fotografie Shelly Lapré
10D
it verhaal begint in Almere. Daar zat de redactie van Moesson nog toen op een late vrijdagmiddag de telefoon ging. Of we interesse
hadden in een kist. Een bijzondere scheepskist die de familie uit Indië had meegenomen,
vertelde meneer Crawford aan de andere kant
van de lijn. Een scheepskist met een verhaal.
Hij en zijn vrouw gingen kleiner wonen en in hun
nieuwe woning in Capelle aan de IJssel hadden ze er
helaas geen ruimte meer voor, zei hij met pijn in het
hart. Want niemand in de familie wilde de kist hebben.
Of wij er niet een goede bestemming voor wisten?
De redactie van Moesson zelf misschien?
Het verhaal van meneer Crawford kwam ons bekend
voor. Op de redactie krijgen we geregeld telefoontjes
van lezers over spullen die ze meenamen toen ze Indonesië moesten verlaten. Die spullen hebben ze hun
leven lang bewaard en gekoesterd, maar hun kinderen
willen die niet in hun eigen huis hebben.
Omdat ze die niet in het interieur vinden passen, of
omdat ze voor hen geen emotionele waarde hebben.
Om dan afscheid van zo’n voorwerp te moeten nemen
doet pijn. Dat weten we na al die jaren dat we dit blad
maken als geen ander.
We beloofden te zullen terugbellen voor een verdere
afspraak. Maar hoe groot was die kist eigenlijk, vroegen we ons af toen we hadden opgehangen.
Dus belden we terug met de vraag: kunt u een foto
naar ons appen? Dat deed meneer Crawford maar al
te graag en meteen.
De kist was er een van niet geringe afmetingen. Zeg
maar gerust groot. Maar ja, beloofd is beloofd en we
hadden toch ja gezegd?
Helaas kon meneer Crawford de kist niet zelf komen
brengen. Of we hem niet konden komen afhalen in
Capelle aan de IJssel?
Tijdens de redactievergadering kwam de scheepskist
van de familie Crawford ter sprake. Was dit niet een
mooie invalshoek voor een verhaal? Over het doorvertellen van verhalen en het doorgeven van onze
geschiedenis en onze cultuur. Over hoe niet gehoorde
familieverhalen in de vergetelheid dreigen te raken,
maar die ontdekt worden door de nieuwe generaties, die op hun beurt weer een nieuwe invulling aan
oude familieverhalen geven. Was deze kist niet een
geweldig begin voor een sterk themanummer, zoals
we elke maand willen maken? Een thema dat herkenbaar is voor al onze lezers? Want de familie Crawford
is natuurlijk niet de enige familie met zo’n scheepskist. Iedere Indische of Molukse familie heeft wel een
koffer, doos of map met brieven en documenten uit
een Indisch verleden. Iedere familie die ooit Indonesië moest verlaten bracht er wel een of meerdere
mee naar Nederland. Overal in het land moeten nog
duizenden, tienduizenden, misschien zelfs honderdduizenden kisten, koffers en dozen zijn met verhalen.
En steeds vaker weten die verhalen hun weg te vinden
naar het publiek.
Een van de mooiste voorbeelden is de doos brieven
en documenten die schrijver Reggie Baay vond na het
overlijden van zijn vader, die de Birma-Siamspoorlijn
overleefde. Op de doos was geschreven dat hij bestemd was voor njo, het koosnaampje dat zijn vader
hem had gegeven. Tijdens zijn leven praatte Reggie’s
vader nooit over het verleden. Hoe Reggie ook zijn
best deed, het lukte hem niet om zijn vader aan het
praten te krijgen. Niet omdat zijn vader niet wílde
praten, maar omdat hij dat niet kón. De vondst van de
brieven zou aan het begin staan van een heel Indisch
oeuvre waar Reggie Baay sinds zijn debuut De ogen
van Solo (2005) aan werkt en waarmee hij verder ging
in De njai (2008), Portret van een oermoeder (2010) en
het Kind met de Japanse ogen (2018).
Wat zijn vader niet direct aan hem kon zeggen, vertrouwde hij wel toe aan het papier om het na zijn dood
alsnog door te kunnen geven aan Reggie, die er op zijn
beurt prachtige literatuur van maakte.
Van Dido Michielsen verschijnt deze maand het boekje
De erfenis van mijn vader in de reeks Literaire juweeltjes, waarin zij het verhaal vertelt van haar afwezige
vader, die het gezin verliet toen zij zeven jaar oud was
en van wie zij op haar dertiende besloot dat hij geen
rol in haar leven speelde. Ook Dido vond brieven van
haar vader, waardoor ze ontdekte dat het beeld dat
ze van hem had toch misschien niet klopte met de
werkelijkheid.
Inspiratiebron voor de succesvolle theatervoorstelling
van Diederik van Vleuten was een doos brieven van
zijn oudoom Jan die voor de oorlog naar NederlandsIndië vertrok, de Japanse bezetting meemaakte en na
de oorlog gebroken Indonesië verliet.
En nog altijd komen er verhalen bij uit koffers en dozen die lange tijd onaangeroerd stonden te verstoffen.
De jonge filmmaker Daan van Citters besloot samen
met Joenoes Polnaija de documentaire Kleinkinderen
van de Oost te maken nadat hij een doos met brieven,
dagboeken en zelfs geheime rapporten had gevonden
van zijn grootvader, die commandant was tijdens de
politionele acties.
We realiseerden ons dat al die dozen, kisten en koffers
niet alleen letterlijk de dragers waren waarin de verha-
1116- I N T ERV I E W -
Meerblauw
op straat
Ze worden ingezet wanneer er een Indisch of Moluks evenement
wordt georganiseerd en er behoefte is aan de operationele inzet van politie, bijvoorbeeld
op Maluku-dag op het Kwakufestival of bij de Nationale Herdenking 15 augustus 1945.
Maar ook wanneer er demonstraties zijn aangekondigd vanuit de Indische
of Molukse gemeenschap. Het Indisch Moluks Politienetwerk, ook wel IMP genoemd,
is van meerwaarde voor onze gemeenschap in Nederland.
Medevoorzitter van het IMP, David Tapirima (42), legt uit waarom.
Door Jessica Anthonio / fotografie: Ashley de Groot
Wie zijn al die agenten die koelboxen vol
saté komen brengen, achter de barbecue
kruipen en de hele middag muziek maken,
vroeg ik me een paar jaar geleden af toen ik
nog in een Indisch verzorgingshuis werkte. Dat bleek het Indisch Moluks Politienetwerk te zijn, afgekort tot het IMP.
Mijn eerste kennismaking met hen was
heel positief, normaal gesproken betekent
een ontmoeting met de politie niet veel
goeds. Deze kant - de ongedwongen,
vrolijke en empathische kant - van de mannen in uniform, leerde ik toen voor het
eerst kennen. Een paar jaar later kwam ik
David tegen. Toen was hij nog ‘gewoon’
agent, maar sinds april van dit jaar is hij
medevoorzitter geworden van het IMP.
Ik ken jullie van de satéparty bij de oudjes,
maar wat doet het IMP eigenlijk allemaal?
‘Binnen de politieorganisatie zijn verschillende diversiteitsnetwerken, waaronder
een Indisch Moluks netwerk, Turks, LHBTQ,
Caribisch, Marokkaans, Chinees en Joods
netwerk. Elk netwerk bedient zijn eigen
gemeenschap, maar het Indisch Moluks
netwerk is veruit het grootste. Wat begon
als een bescheiden initiatief is uitgegroeid
tot een van de grootste netwerken binnen de politieorganisatie. Het netwerk is
ontstaan vanuit het geloof in de kracht van
verbinding en het voorkomen van escalatie
bij demonstraties en maatschappelijke
spanningen. In het verleden werd er bij
demonstraties bijvoorbeeld vaker geweld
gebruikt om situaties te beheersen, maar
wij zien dat als je de dialoog aangaat met
iemand van je eigen gemeenschap, het
veel minder snel uit de hand loopt. Het doel
is om geweld te voorkomen en de veiligheid van de gemeenschap te waarborgen.
Naast dat wij als netwerk een professionele
functie moeten uitoefenen, vinden wij
het ook heel belangrijk om onze culturele
identiteit en tradities uit te dragen. En dat
begint voor ons bij respect en het eren
van de eerste generatie. We tonen onze
waardering door een keer per jaar een
saté- en muziekmiddag te organiseren in
verschillende Indische verzorgingshuizen.
Het is belangrijk dat ouderen hun kennis en
verhalen kunnen doorgeven aan de jongere
generaties, zodat die ook een sterke band
kunnen ontwikkelen met hun identiteit.’
Waarom zijn die diversiteitsnetwerken nodig?
‘De politieorganisatie is nog steeds een
17- CO LU M N -
Gina Pesulima
Foto: Omid van der Linden
Meer in touch met mijn Molukse roots
22