HÉT INDISCH MAANDBLAD
68e JAARGANG
• NR. 1/2 • JULI/AUG 2023 • € 8,95
Jiven in
Hemelse,
Indische honing
San Diego
uit Colorado
USA2- VO O R WO O R D -
Kind van drie culturen
Afgelopen april hadden mijn collega Ashley en ik het voorrecht om naar Californië
te reizen voor Moesson en Indo International. Er waren daar toen binnen één week
twee grote Indische feesten: de San Diego kumpulan en het Holland Festival.
Voor ons niet alleen een goed moment om onze publicaties te promoten, maar ook
om verhalen te schrijven voor bijvoorbeeld deze editie van Moesson.
Velen van hen voelen zich inmiddels geen kind van
twee culturen, maar van drie. ‘In between’, zoals Guido
Schenkhuizen verderop in dit tijdschrift zegt.
Trots op hun Nederlandse roots, op Amerika - het land
dat nu hun thuis is, en met een Indisch hart.
Wat ik ook zo bijzonder vond is dat wij naar de andere
kant van de Atlantische oceaan vlogen, maar ons
daar ook direct thuis voelden. Het warme onthaal dat
we kregen van al die lieve mensen die we hebben
ontmoet, maakte SoCal (Southern California) meteen
een home away from home. Het eten, de muziek die
gespeeld werd, gesprekken die we voerden - het was
allemaal zo vertrouwd. Bijzonder toch dat deze groep
mensen, die zich toch grotendeels al in de jaren zestig
vestigde in de Verenigde Staten, nog altijd dezelfde
Indische tradities en gewoonten in ere houdt. Wat voor
mij heel duidelijk werd, was dat we verbonden worden
door ons Indisch zijn. Dat is niet alleen bijzonder, dat is
iets om trots op te zijn, uit te dragen en door te geven.
Achterin deze editie vindt u maar liefst 13 pagina’s
over herdenken.
En met dit nummer gaan we ook een nieuwe jaargang
in. De 68e alweer. We hebben daarvoor onze ‘look’ een
beetje opgefrist, waarbij we gebruik hebben gemaakt
van de input van onze lezers die ons de afgelopen
jaren schreven of in de recente enquête opbouwende
kritiek gaven over onze vormgeving.
We wensen u vast een fijne zomer toe en hopen u na
de vakantie te zien bij onze stand op de Tong Tong Fair.
Foto: Ashley de Groot
I
k heb er al eens vaker over geschreven, maar wat
me ook tijdens deze reis weer opviel en me nog
lang zal bijblijven is de enorme ondernemersgeest
en veerkracht van de Indische gemeenschap.
In San Diego sprak ik met zoveel vitale, vrolijke
tachtigers (en zelfs negentigers) die vertelden over
hoe zij, na hun enorme reis van het jonge Indonesië
naar Nederland, enkele jaren later hun spullen weer
oppakten om naar de USA te verhuizen. Wéér een
nieuw land, wéér opnieuw beginnen.
Dit extra dikke zomernummer staat dus in het teken
van de Indische gemeenschap in Amerika, en dan met
name Californië. We hopen u zo een beetje kennis te
laten maken met deze Indo Dutch community. Dit jaar
hebben we trouwens geen aparte herdenkingskrant
maar we staan natuurlijk wel stil bij 15 augustus.
3Inhoud
ACHTERGROND
10
Coming to America
Waarom emigreerden er zoveel Indo’s
van Nederland naar Amerika?
42
The American Tong Tong
Het verenigen van de Amerikaanse
Indische gemeenschap in de jaren 60
INTERVIEW
22
Voor altijd ‘in between’
De memoires van Guido Schenkhuizen
32
SoCal Indo’s
Michael Passage over de Indo’s
in Californië
52
Hemelse honing uit Colorado
Het vloeibare goud van Tania Ellis
en haar gezin
56
INDO koffie
Snoop Dogg begint Indonesische
koffiehandel
PORTRET
46
58
36
De dingen die we achterlaten
Kayla Smith herdenkt haar opa Paul
REPORTAGE
16
Indische familienamen
Andrea Matthies legt Indische familienamen en portretten vast op zwart-wit
beelden
28
Dutch Indo’s in San Diego
Andrea Gruber Matthies over haar nieuwe
vereniging: Dutch Indos in San Diego
36
58
Aloha
Wat hebben Indo’s toch met Hawaii?
On the road
Vivian Boon en Ashley de Groot
over hun Amerikareis
HERDENKEN
77
4
15 augustus 2023
Wat kunnen we dit jaar verwachten
van de Nationale Herdenking op
15 augustus?
60HERDENKEN
78
Ereveld Menteng Pulo
Ricci Scheldwacht bezoekt Ereveld
Menteng Pulo in Jakarta
84
Stilstaan en verdergaan
Waar in Nederland kunnen we allemaal
herdenken?
MAKAN
60
Indofood in LA
Jeff Keasberry over Indisch koken in LA
64
Maureen Tan recenseert Paon Bali
‘Je waant je op Bali’
COLUMNS
21
27
34
51
67
16
Robin Block: Ik ga op reis en neem mee
Alide Wormser: Een totok in New York
Frans Leidelmeijer: Body art
Maarten Fornerod: Ting Ting Detektif
Patricia Jacob: Hibiscuslimonade
IEDERE MAAND
6
8
9
20
68
28
Nieuwtjes
Indopuzzel
Oleh Oleh
Mijn poesaka :
De eettafel van Reinier van Alphen
Insta Indo
69
Anak Moesson:
Met Nila, Elis, een sprookje en nog veel
meer
73
Gezien:
Cindy Smits bezoekt Adzalku, over
vaders en zonen
74
90
91
Beleven: Tong Tong Fair special
Ting Ting
Colofon
Coverfoto: Ashley de Groot
5- AC H T ER G R O N D -
Coming to
America
Ed Harding is een van de vele Indo’s die
met succes de oversteek naar Amerika
maakte. Hij werd geboren in Semarang.
Toen de oorlog voorbij was, ging hij naar
Nieuw-Guinea en na vijf jaar vertrok hij
naar Nederland. ‘Ik heb mijn reis zelf
betaald. Het was gemakkelijk om geld te
besparen, simpelweg omdat er niets was
waar je je geld aan kon uitgeven, vertelt
hij in het boek Imagine van Erica Bürer.
‘Ik wilde emigreren en ik wist dat Amerika
ambachtslieden wilde. Ik was machinist.
De Wereldraad van Kerken heeft ons gesponsord. Ik nam een baan aan als afwasser bij Lufthansa in New York en eindigde
als coördinator. Uiteindelijk waren we
eigenaar van vijf huizen. Niet slecht voor
een man die vanwege de oorlog slechts
vier klassen lagere school heeft gehad …’
Na zijn pensioen verhuisden Ed en zijn
vrouw naar Florida om daar van het leven
te genieten en het klimaat, dat hun doet
denken aan Indonesië. ‘We hebben een
Nederlandse en Indische achtergrond,
maar na meer dan vijftig jaar ben je ook
een beetje Amerikaans.’
De Indo’s die de oorlog in NederlandsIndië overleefden, in of buiten de kampen,
kregen te maken met de pemoeda’s, Indonesische jongeren die tijdens de bersiap
vochten voor vrijheid. Op posters langs
de straten stond ‘Belanda, ga weg’.
De boodschap was duidelijk.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië vertrokken
veel Indo’s naar Nederland om na een kortere of langere
tijd uiteindelijk naar de Verenigde Staten te emigreren.
Waarom pakten ze hun koffers weer en vertrokken ze
naar een land dat ze waarschijnlijk alleen uit films kenden?
Is hun Amerikaanse droom uitgekomen?
Door Inge Dümpel
Het nieuwe land ligt voor ons.
Foto: Rogier Boon.
10Het vertrek naar Nederland
Nederland na de Tweede Wereldoorlog
De uittocht van Indische Nederlanders uit
hun geboorteland verliep in verschillende
golven en begon vlak na het einde van de
Tweede Wereldoorlog om decennia later
te eindigen. Om te mogen blijven moesten
Indo’s de Indonesische nationaliteit aannemen. Hoewel ze een Nederlands paspoort
hadden, werden ze door de Nederlandse
regering veelal ontmoedigd om te repatriëren en kregen ze het advies om voor het
Indonesische staatsburgerschap te kiezen
of naar Nieuw-Guinea (dat nog Nederlands
grondgebied was - red) te verhuizen.
Nederland was een veilige plek om te verblijven, maar Nederland was koud, letterlijk
en figuurlijk. Daarnaast was er na de Tweede Wereldoorlog een woningtekort. Vaak
zat een Indische familie - ouders, kinderen
en soms ook de grootouders - opgepropt in
één kamer in een contractpension.
Volgens de Nederlandse regering was
Nederland met zo’n tien miljoen inwoners
zo vol, dat emigratie als een oplossing
werd gezien. Nederland was bezig met de
wederopbouw, maar ook in andere landen
elders in de wereld waren er hard arbeidskrachten nodig. Nadat campagnes waren
gestart waarbij overheden de overtocht
subsidieerden en andere hulp aanboden,
vertrokken zo’n half miljoen Nederlanders
naar Amerika, Australië, Canada en NieuwZeeland.
Het moet voor veel Indo’s een zware keuze
zijn geweest. Kiezen voor het Indonesische staatsburgerschap - warga negara
worden - betekende het doorknippen van
de band met Nederland. Het betekende
ook een onzekere toekomst tegemoet gaan
in Indonesië. Om uiteenlopende redenen
bleef een aantal van hen aanvankelijk daar,
maar toen langzaam tot hen begon door
te dringen dat de situatie in Indonesië te
instabiel bleef om daar een toekomst voor
zichzelf en voor hun kinderen op te bouwen, vertrokken ook zij als spijtoptant naar
Nederland. Zo werden degenen genoemd
die spijt hadden van hun keuze om warga
negara te worden. In totaal vertrokken na
de oorlog zo’n 350.000 Indische Nederlanders naar Nederland, onder wie deze
spijtoptanten.
Pastore-Walter Act
Na de watersnoodramp in Nederland
in 1953 diende de Amerikaanse senator
Walter een wetsvoorstel in voor extra visa
voor degenen ‘die zijn verdreven uit hun
woon- of verblijfplaats.’ Dat resulteerde in
de Refugee Relief Act in 1953 waarbij er
15.000 visa werden uitgegeven voor vluchtelingen van etnisch-Nederlandse afkomst.
Maar Amerika bleef voorzichtig als het
ging om immigranten van gemengd bloed.
Indo’s werden gescreend en er werden
strenge regels gehanteerd voor mensen
uit Azië. Ze moesten aantonen dat ze
minimaal 75% Europese voorouders in hun
stamboom hadden. Dat veranderde door
de jaren heen dankzij de inspanningen van
senator Walter. De Pastore-Walter Act van
1958 en de PWA II van 1960 openden de
poort voor Indische Nederlanders die nu
als vluchtelingen en ontheemden werden
beschouwd. Wel hadden ze een garantverklaring nodig. Die kregen ze vaak vanuit
kerkelijke organisaties.
In 1958 konden ongeveer 10.000 Indo’s
naar Amerika migreren. Door de wettelijke termijn te verlengen zou medio 1960
een gelijk aantal zich in Amerika vestigen.
Tot 1965 begonnen tussen de 20.000 en
30.000 Indische Nederlanders een nieuw
leven in Amerika. Zonder de steun van
de kerkelijke organisaties was deze stap
voor veel Indo’s niet mogelijk, maar het
was vooral hun veerkracht een aanpassingsvermogen waardoor ze slaagden hun
American dream te vervullen. Ondanks
startersproblemen slaagden veel Indische
immigranten erin een nieuw leven op te
bouwen. In het boek Imagine vertelde de in
Malang geboren Juliana Lentze over haar
ervaringen in de oorlog en hoe het gezin
in Nederland aankwam met alleen een
buntelan met wat kleren en kleine spullen,
die ze in een kussensloop hadden gestopt.
Toen ze jaren later het Vrijheidsbeeld zagen
voelde dat als een bevrijding. ‘Het was zo’n
emotioneel moment … waarvan we dachten dat onmogelijk was, werd werkelijkheid
… we waren in Amerika.’ Ze solliciteerde
naar een baan als typiste aan Princeton
University. Ze werd aangenomen, hoewel
ze niet kon typen. Maar haar volharding
werd beloond. Ze zou er 32 jaar werken.
Succesrijke initiatieven
Eerste reis van de Rijndam van de Holland Amerika Lijn, 1951. Het schip speelde een belangrijke rol
bij de migratie naar de VS en Canada. Credits: Carel L. de Vogel / Anefo, Nationaal Archief.
Een ander verhaal over doorzettingsvermogen is dat van Yvon Schröder. Ook in
haar leven waren de oorlog en de bersiap
zwarte bladzijden. Omdat ze niet wilden
tekenen voor het Indonesische staatsburgerschap, moest de familie Schröder
Indonesië verlaten. Ze kwamen in 1954 in
Nederland aan met de S.S. Sibajak. Vanaf
het moment dat ze voet op Nederlandse
bodem zette, wist Yvon dat ze niet wilde
1114- R EP O R TAG E -
Indische familienamen
Met de komst van nieuwe generaties, die trouwen
en hun eigen gezinnen starten, verdwijnen in Amerika langzamerhand
de Indische familienamen van de eerste groep migranten.
Om deze eerste generatie en hun voorouders te eren,
besloot fotograaf Andrea Matthies Indo’s en hun familienamen
vast te leggen in een prachtige zwart-wit-serie.
Tekst: Andrea Matthies en Vivian Boon / Foto’s: Andrea Matthies
W
e mogen niet vergeten dat onze voorouders
uit voormalig Nederlands-Indië kwamen,’
zegt Andrea Matthies (50). Zelf is ze geboren
en getogen in San Diego maar ook haar
voorouders kwamen uit de Oost.
‘Om onze cultuur hier in de Verenigde Staten te behouden, moeten we blijven vertellen wat
onze opa’s en oma’s hebben doorgemaakt.
Ze moesten zich aanpassen, assimileren en uiteindelijk gedijen in volledig nieuwe samenlevingen. Vaak
eerst in Nederland, daarna in de Verenigde Staten.
Ze hadden een ongelooflijk doorzettingsvermogen.’
Andrea realiseerde zich dat met iedere nieuwe generatie steeds meer van de oorspronkelijke familienamen verdwijnen. Voor haar staan de namen van
die families symbool voor de Indische geschiedenis.
‘De jongere generaties trouwen en krijgen zo nieuwe
achternamen waardoor sommige Indische familienamen niet meer worden doorgegeven. In ons gezin,
de familie MacMootry, hadden mijn opa en oma drie
dochters en twee zonen, waarvan er een, Ronald,
overleed tijdens de oorlog toen hij pas zes maanden
oud was. De overlevende zoon, mijn oom Richard
MacMootry, kreeg uiteindelijk drie meisjes, dus we
wisten dat het voortbestaan van de familienaam op
het spel stond. Gelukkig besloot een van mijn nichten, Liana, om haar zoon Jaron de achternaam van de
familie te geven. Daardoor werd de naam gered van
een Amerikaanse ondergang.’
Het besef dat de oorspronkelijke familienamen
langzamerhand verdwijnen, wakkerde de creativiteit
bij Andrea aan. Ze besloot met een analoge camera
zwart-wit-portetten te schieten van Amerikaanse Indo’s. ‘Mijn opa, Herman MacMootry, was een fervent
fotograaf en hij maakte in zijn huis altijd ruimte voor
een donkere kamer om zijn foto’s te ontwikkelen en
af te drukken. Toen hij en de rest van het gezin vanuit
Indonesië in Nederland aankwamen, woonden ze in
pension Hotel de Schelp in Zandvoort. Eerst met vijf,
later zelfs met zes personen op één slaapkamer met
één badkamer. Maar hoe klein behuisd ook, mijn opa
liet zich niet tegenhouden. Hij hing gewoon een bord
op de badkamer met zoiets als “Verboden toegang”
en ging aan de slag in zijn geïmproviseerde donkere
kamer. Mijn oma, mama, oom en tantes wisten dat
ze ver uit de buurt van die kamer moesten blijven als
dat bord er hing of anders! Dat ik mijn analoge camera heb gebruikt voor dit project is een eerbetoon
aan mijn opa.’
Andrea Matthies fotografeerde in totaal 88 personen
van verschillende generaties. Iedereen hield een bord
vast met daarop de naam van de oorspronkelijke
leden van hun familie die de reis maakten van het
door oorlog verscheurde en veranderde moederland
Nederlands-Indië naar de VS. Andrea is van plan om
alle foto’s te laten zien in een expositie.
15
Dutch Indo’s
in San Diego
In de jaren zestig kende San Diego een actieve Indo-gemeenschap.
Deze verenigde zich in de DURF Club, de Dutch Recreational Fellowship. Die club inspireerde
derde generatie Indo Andrea Gruber Matthies tot het vormen van een nieuwe vereniging:
Dutch Indos in San Diego. Twee keer per jaar organiseert zij een kumpulan
en met twee spekkoeken van een Haagse toko onder de arm,
ging team Moesson op reportage.
Tekst: Vivian Boon / Foto’s: Ashley de Groot
28